Try before you die
Blijf op de hoogte en volg Robin en Lianne
08 Augustus 2012 | Indonesië, Gunungsari
Na een dagje relaxen aan het enorme zwembad wilden we een scooter huren om naar de haven van Bangsal te gaan. Hier vertrekken de veerboten naar de Gili eilanden. De verkoper vertelde ons dat de veerboot naar de minder toeristische eilanden niet zo vaak vaart en dat we het beter een andere dag konden doen. Na wat overleg hebben we een dagtripje naar twee Gili eilanden geboekt en een chauffeur naar Kuta, waar de mooiste stranden van Lombok zijn. Omdat we verder niks te doen hadden, hebben we een lange strandwandeling (3 uur) gemaakt van ons hotel naar het centrum van Senggigi. Meteen een goede training voor onze klim later deze week. Ons hotel lag een behoorlijk eind van het centrum. Tijdens de wandeling zagen we de armoede hier op Lombok met onze eigen ogen. Langs het strand onder de kokospalmen stonden veel huisjes, gemaakt van bamboe, golfplaat en gedroogde rijstplanten als dakbedekking. De sloppenwijken van Senggigi zou je het kunnen noemen. De mensen leven daar zonder gas, water en licht tussen de kippen en honden. De kindertjes kwamen verlegen kijken en zwaaiden naar ons.
De volgende dag was onze trip naar Kuta gepland. Om 9 uur werden we opgepikt door onze chauffeur. Al na een klein stukje rijden stopte hij om ons een Chineze begraafplaats te laten zien. Het deed erg vrolijk aan met allerlei kleuren en mooie versieringen. Na een korte stop bij de begraafplaats reden we door naar een traditioneel dorp in de binnenlanden van Lombok. De inwoners van het dorp leven van het weven van kleden en Sarongs. Dit alles op de traditionele manier, met de hand. De vrouwen in het dorp kunnen pas trouwen als ze goed kunnen weven. Lianne moest het dus ook leren! Daar zat ze, met het weefgetouw om. Het plezier was van haar gezicht af te lezen. Nu nog wachten op een aanzoek..... De volgende stop was een traditioneel Sasak dorp. De inwoners van Lombok worden Sasak genoemd. In dit dorp wonen rijstboeren nog op de traditionele manier. De huisjes waren gemaakt van klei met een daken van bamboe en gedroogde rijstplanten. Erg leuk om te zien, maar wel een beetje ingespeeld op toeristen. Een goed Engelssprekende gids leidde ons rond in het dorp en vroeg om een donatie voor onderhoud van het dorp aan het eind.
Na een tijdje kwamen we aan in het dorpje Kuta. Een uitgestorven dorpje dat nog amper is ontdekt door toeristen, op enkele surfers na. Kuta Lombok schijnt de beste golven te hebben van Azië. We kwamen aan op een strand van geel zand met enkele cafés, waar we wat hebben gedronken. De branding was inderdaad erg wild hier. Op het strand waren enkele toeristen, waaronders natuurlijk ook Nederlanders. Die vind je in elke uithoek van wereld! We waren nog niet helemaal tevreden over het strand en vroegen de chauffeur naar nog een mooier strand. Op naar 'Aan beach'! We gingen over een weggetje dat amper te rijden was met de auto zo slecht. Eenmaal op het strand keken we onze ogen uit. Het was alsof we een ansichtkaart binnen stapten. Echt wit zand alsof het gezeefd was met een azuurblauwe zee. Prachtig! Het mooiste was dat we op enkele locals na de enige op het strand waren. Ongelooflijk dat zo'n prachtig strand nog niet is ontdekt door toeristen! Hier hebben we nog een paar uurtjes liggen zonnen voordat we weer richting hotel reden.
En toen was het eindelijk zover, de grote uitdaging van deze vakantie, de Rinjani beklimmen. De Rinjani is één van de hoogste vulkanen van Indonesië met 3715 meter. Lianne was al een aantal dagen van slag. Ze zag er flink tegenop, maar ik was er van overtuigd dat ze het kon en dat het allemaal wel wat mee zou vallen. Om 4:30 stond onze taxi klaar naar Senaru, het startpunt van onze klim. Na een rit van 2 uur kregen we ontbijt, een lekkere pannenkoek met banaan en honing. Met een groep van 9 man, 3 porters (die onze tenten, slaapzakken en ons eten sjouwden) en een gids werden we in de bak van een pick-up als vee naar het startpunt gereden. Dat alleen was al een avontuur! Toen begon het echte werk. Na de eerste anderhalf kilometer ontdekte ik dat het zwaarder was dan ik had gedacht. Het was alleen maar klimmen klimmen en klimmen. En dan niet zigzag, maar recht omhoog! We hebben vrij weinig meegekregen van de omgeving. Wat was dit zwaar! Het zweet liep met straaltjes van onze neuzen. Li was helemaal in trance, riep om de haverklap "maar een bevalling is zwaarder" en zong kinderliedjes om de vermoeidheid te vergeten. Ik mocht niks meer zeggen, dan kon ze zich niet focussen. 4 uur later na 3,5 km lopen en 900 meter omhoog kregen we lunch. Onze kleding voelde alsof we hadden gedoucht met kleren aan. Wij dachten dat we het ergste gehad hadden. Na de lunch kwamen we een man tegen die met de afdaling bezig was. Hij zei: "bereid je maar voor, het ergste moet nog komen". Hier was geen woord van gelogen. Na nog een paar uur klimmen werd de jungle minder dicht en liepen we in de wolken. Het had echt een spookachtige uitstraling, vooral het geritsel in de bomen en planten om ons heen. Bij de volgende stop kwamen we erachter dat het apen waren, dezelfde soort als in Ubud, maar dan echt in het wild! De laatste twee uur waren het zwaarst. Uitgeput als we al waren, werd het steeds steiler en veranderden de paadjes van boomwortels en klei in stoffige glibberige paadjes met veel losse steentjes. Nu was het niet alleen zwaar, maar ook gevaarlijk. Soms moesten we op handen en voeten naar boven! Eigenlijk waren we al ver over onze grens heen, maar we moesten door. Ons diner en tent stonden te wachten op de rand van de krater. Het laatste uur waren we om de 10 meter aan het rusten en hoopten we na elke heuvel dat we er waren. Deze heuvels werden dan weer gevolgd door nieuwe heuvels, waar we mensen 100 meter hoger zagen lopen. Heel demotiverend! Uiteindelijk bereikten we het kamp op 2700 meter 20 minuten later dan de eersten en gelukkig niet als laatste. We hebben eerst een half uur knock out in het gras gelegen. We waren verlamd en voelden ons ziek van vermoeiheid. Na het eten knapten we wat op en konden we van het uitzicht genieten. De zonsondergang was geweldig. In verte kon je de vulkaan van Bali zien. Erg mooi! De nacht op de Rinjani was al net zo zwaar als de dag. We hadden matjes van een centimeter dik en een thermoslaapzak. Lekker liggen was er dus niet echt bij. Gelukkig waren we zo moe dat we nog wel voldoende slaap hebben kunnen pakken.
De volgende dag zijn we om 6 uur eruit gegaan om de krater te bekijken. We sliepen een stukje onder de krater, dus we moesten nog een stuk klimmen om de krater te kunnen zien. Wat een prachtig uitzicht. In de krater was een meer, met in het midden een nieuw vulkaantje, die een paar jaar geleden is ontstaan. Heel erg mooi! Na het mooie uitzicht was het tijd voor de afdaling. De rest van de groep had 2 nachten geboekt. Die gingen ook nog de krater in. Wij gingen dus samen naar beneden met een porter. Op het laatste moment ging er nog een Engelsman met ons mee die het niet meer zag zitten om nog langer door te gaan. Tijdens de afdaling zagen we pas hoe mooi de omgeving was. Door de vermoeidheid met het klimmen hebben we beiden niets van de omgeving gezien. Op grotere hoogte zagen we veel grijze aapjes en later kwamen we door dichte jungle met alle geluiden die daarbij horen. Bijna aan het einde van de afdaling zagen we ook nog zwarte aapjes. Erg leuk om ze in het wild te spotten. Li en ik hebben ook nog even getest of je echt als Tarzan door de jungle kunt slingeren, en dat kan! De lianen kunnen ons makkelijk houden. Je zou denken dat afdalen makkelijker is als omhoog, valt dat even vies tegen! We hebben wel 50 x gezegd "we kunnen ons niet voorstellen dat we dit omhoog hebben gelopen". Het is minder vermoeiend, maar wat doet dat zeer aan je spieren! Eenmaal beneden konden we amper meer lopen... Wij dachten dat we met onze gympies niet zulke beste schoenen aan hadden. De gidsen en porters gingen op slippers naar boven! De porters zelfs met al dat gewicht op de nek! Ze hadden een bamboe stok met aan beide kanten tenten, slaapzakken en voedsel. Ik moet er niet aan denken!
Nu zitten we in ons nieuwe hotel in senggigi in een bamboehutje dit verhaaltje te typen na een lekker dagje zwembad. Vandaag gingen we als twee gehandicapten door het hotel van de spierpijn. We komen de dag wel door met een paracetamol en tijgerbalsem. Je moet er wat voor over hebben. We hebben deze week nog twee trips naar de Gili eilanden gepland. Hierover meer in ons laatste verslagje van deze vakantie.
Selamat salaan!
-
08 Augustus 2012 - 09:23
Arjen R.:
Mooi die verhalen van jullie! :) zit ik hier in groningen voor mn computer met mn derde bak koffie om nog een
beetje wakker te blijven ;) lekker contrast met dat bamboehutje van jullie, geniet er nog van!
-
08 Augustus 2012 - 09:48
Geertje:
Geweldig!!!Wat een vakantie,Groetjes Koen & Geertje -
08 Augustus 2012 - 10:21
Sylvia:
Wat weer een heerlijk verhaal, geniet vanachter de pc gezellig met jullie mee!!! -
08 Augustus 2012 - 11:44
Leonie:
Super story weer. Het is alsof je het zelf beleefd!
-
08 Augustus 2012 - 12:00
Mam Greetje:
Het was weer een fantastisch verslag! Nu weten jullie ook dat bergbeklimmen nog niet zo simpel is!
Maar gelukkig is alles goed verlopen. Nog veel plezier verder en tot volgende week! Groetjes pap en mam -
13 Augustus 2012 - 21:08
Dinie:
Hallo jongelui.
zo te lezen vermaken jullie je prima, toch nemen we een petje af hoor,
zooo hoog klimmen en dan terug waauu
En wat jullie allemaal gezien hebben,zou bijna jaloers worden.
Geniet maar lekker beide, en wie weet, zien we nog eens wat foto,s
want verhalen schrijven? nou dat kunnen julie,
je waant je bijna in dat land zelf.
gr dinie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley